fbpx

Wout Weghorst houdt zichzelf tegenwoordig in de hand: ‘Ik wil minder reageren op scheidsrechters, stoïcijnser worden’

De tijd dat Wout Weghorst zich liet provoceren is, ligt achter hem. Althans, dat denkt de spits. De eerste test wist hij in elk geval te doorstaan. In de met 2-1 gewonnen wedstrijd tegen Heerenveen werd aan AZ-spits Wout Weghorst gesjord, hij werd  geduwd en zelfs geslagen, maar niemand kon hem écht uit de tent lokken.
 
Vooral zijn duels met verdediger Jerry St. Juste waren ‘Premier Leaguehard’. Die laatstgenoemde raakte daarvan zo over de kook dat hij in de slotfase van de wedstrijd een frustratiekaart met de kleur rood pakte. ,,Ik ben zelf ook iemand die kan uitdelen. Daar hoef ik niet omheen te draaien”, toonde Weghorst zich eerst nog schuldbewust.
 
Een verhit duel dat hij won van twee Heerenveen-spelers, werd gevolgd door een soort van oerkreet. ,,Ik ben ook maar een mens. Geen robot. Maar ik heb na de wedstrijd veel complimenten gekregen van medespelers en de technische staf. Omdat ik zo rustig bleef terwijl ik zelfs voor m’n hoofd werd geslagen. Ik ben daar de laatste tijd bewust mee bezig. Ik wil minder reageren op scheidsrechters, stoïcijnser worden.”
 
Dat hij soms zichzelf kan verliezen in onnodige overtredingen moest hij al eens bekopen met een schorsing waardoor hij het duel met Vitesse moest missen. ,,De wedstrijd tegen Heerenveen was daarom een mooie test voor mij. Ik heb het daar met mensen over gehad. Bij situaties dat ik word geprovoceerd, probeer ik zo snel mogelijk weer in positie te staan zodat ik geen tijd meer heb om erop te reageren.”
 
De voorbije zomer verruilde hij Heracles voor AZ. Bij AZ sprak hij met de trainers af: fluit tijdens trainingspartijtjes maar niet als er een overtreding op me wordt gemaakt. ‘Ik wil stoïcijnser worden, al mijn energie aanwenden om zo goed mogelijk te voetballen. Daar praten we over. Het gaat goed. Jij mag vinden dat ik nog steeds te vaak bij opstootjes ben, maar dat is niet waar. Tegen Heerenveen waren er vier waar ik niet bij was, terwijl ik keihard werd aangepakt. Trainers en ploeggenoten waren heel positief over hoe ik reageerde. Tegen Go Ahead ging ik pas op het derde opstootje af, omdat ik Alireza in toom wilde houden.’Hij kreeg geel. Zijn trainer Van den Brom sprak van een ‘domme’ kaart. ‘Ik ben het daar niet mee eens.’
 
Strijdvaardigheid is óók zijn grote kracht. Op zijn 17de speelde hij nog bij NEO, derdeklasser uit Borne. Op zijn broers na geloofde niemand erin dat hij prof zou worden. ‘Ik werd uitgelachen als ik tijdens de derde helft aan een frisje zat en extra ging trainen.’
 
Hij frequenteerde op eigen kosten een personal trainer, een diëtist en hij nam yogalessen. Nu bij AZ hangt hij aan de lippen van de fysieke trainers en maakt hij lange dagen in het futuristische trainingscentrum.

Weghorst had al miljonair kunnen zijn als hij bij het Engelse Reading had getekend. ‘Ik ben geen voetballer geworden voor het geld. Ik wil het beste uit mezelf halen. Bij AZ kan dat. Ik beweeg beter, voetbal beter mee en scoor meer.’
 
De voetbalwereld bevalt hem slechts ten dele. ‘Het mooie aan profvoetbal is dat je kinderen en echte liefhebbers blij kunt maken. Maar het is ook een wereld waarin niet iedereen even oprecht, puur en direct is. Als je dat wel bent, ga je botsen. En het is ook: aandacht en macho en stoer, stoer, stoer.’
 
Deels gaat hij erin mee. ‘Om te overleven. Maar ik heb geen tattoo’s omdat veel voetballers die ook hebben. Er staan boodschappen op voor mezelf. Die geven me rust.’
 
Rust zoekt hij ook wat meer op het veld. ‘In mijn beginperiode als prof reageerde ik op alles heel fel. Nu is dat veel minder, maar van dat stempel kom ik moeilijk af.’
 
Vanavond, als Olympique Lyon op bezoek komt in de tweede ronde van de Europa League, kan Weghorst zich aan Europa tonen. In grotere competities lijkt rauwheid voor een spits (zie Ibrahimovic, Costa, Aguëro en Suarez) juist een pre. ‘Het is een beetje Nederlands om spitsen af te rekenen op hun gedrag. Ik hoor weleens dat ze het gif dat ik meebracht, missen bij Heracles. Zeker in zo’n wedstrijd als tegen Lyon moet je niet terugdeinzen. Dan kun je het vergeten.’
 
Lees ook: Nicolai-Jorgensen-moest-veranderen-Iedere-keer-moest-ik-mij-er-bij-het-begin-van-een-duel-aan-herinneren-dat-ik-niet-kwaad-moest-worden