Het supertalent Kasper Dolberg schittert wekelijks op de moeilijkste positie van Nederland. Op zijn eigen manier, stoïcijns en ongrijpbaar. ‘Ik wil gewoon lekker voetballen.’
Bron: VI
Praten met de nieuwe nummer 9 van Ajax is communiceren zonder fratsen. Geen overbodige woorden, geen eindeloze anekdotes. Gewoon het antwoord op de vraag en klaar. Voor zijn omgeving was het in Amsterdam in het begin dan ook even wennen. Had hij het wel naar zijn zin bij Ajax? Liep hij ergens in zijn gedachten mee rond? Was het ongeïnteresseerd gedrag? Veelvuldig zochten de trainers contact met zijn ouders in Denemarken. Steeds kregen ze hetzelfde antwoord. Dolberg is geen prater, nooit geweest ook, en zijn emoties houdt hij voor zichzelf. Zowel bij euforie als bij teleurstelling.
In Amsterdam worden in de jeugd de kleedkamers beheerst door de jochies met de grootste mond, Dolberg vond het allemaal wel best en zei gewoon helemaal niets. En als de training voorbij was, trok hij zich met alle plezier terug.
‘Het was even wennen in het begin in Nederland’, zegt Dolberg nu over zijn eerste voetstappen bij Ajax en in Amsterdam. ‘Ik was zeventien jaar, was opeens niet meer in mijn vertrouwde omgeving. Mijn familie en vrienden, ze waren een onderdeel van mijn leven, alleen plotseling ver weg. Dat was soms moeilijk, maar gelukkig werd ik door Ajax perfect opgevangen. De mensen waren hartelijk, mijn trainer Gery Vink ging heel fijn met me om, en ik kreeg al snel het gevoel dat ik bij Ajax een mooie tijd tegemoet zou gaan. Dat hielp zeker mee, want ik sprak de taal niet goed. Markus Bay, een teamgenoot die ook uit Denemarken kwam, was er op de momenten dat ik even behoefte had om in mijn eigen taal te praten. Dat heb ik nu ook met Lasse Schöne. Een heel leuke man, die mij met alles helpt en bij wie ik mijn gedachten kan delen.’
Niet dat die er heel veel zijn. ‘Ik hou ervan om alleen te zijn’, vervolgt Dolberg op kalme toon. ‘Dat klinkt misschien gek voor een speler van een voetbalteam, maar voor mij is het heel normaal. Op de club ben ik continu met spelers om me heen. Dat is oké, maar dat betekent niet dat ik dan mijn mond moet opentrekken. Het zit ook niet in mijn karakter om opeens allerlei dingen eruit te gooien. De rust om me heen, daar kan ik echt van genieten. Als ik thuis kom na een training bijvoorbeeld. Lekker Deense muziek opzetten, van rapper Johnson, daar luister ik graag naar. Dat is voor mij ontspanning, en dan vervolgens even op de PlayStation spelen of een serie op Netflix kijken. Meer heb ik niet nodig om lekker op mijn gemak te zijn. En dat gevoel heb ik steeds meer in Amsterdam. Mijn ouders komen twee keer per maand over, dus ik zie hen veel, en ook vrienden uit Silkeborg weten de weg inmiddels te vinden. Bij die mensen voel ik me thuis, zij weten dat ik kan genieten van hun aanwezigheid zonder veel te zeggen. Het is fijn te voelen dat we het samen goed hebben, ook nu mijn leven opeens in Nederland is.’