fbpx

Handleiding voor de perfecte vrije trap: ‘Het is allemaal trainbaar. Oefening baart kunst’

In de eredivisie wordt dit seizoen veel gescoord uit vrije trappen. Een kwestie van trainen, vertrouwen en techniek. Vrijetrappenspecialisten Vejinovic, Toornstra. Ziyech en Van Rhijn over hun geheime recept.

Een vrije trap is in zekere zin te regisseren, net als een strafschop. Toornstra: ‘In een wedstrijd doen zich misschien honderdduizend situaties voor. Elke situatie is anders. Maar bij een vrije trap ligt de bal stil, de muur staat op een bepaalde afstand. Het is allemaal trainbaar. Oefening baart kunst.’
 
Geheime recepten
De kwaliteiten van Toornstra waren al zichtbaar bij Alphense Boys, zijn amateurclub in Alphen aan den Rijn. Vejinovic nam al de vrije trappen in de jeugdelftallen van Ajax waarvoor hij uitkwam. Er was bij de landskampioen weinig aandacht voor het onderdeel, zegt hij. ‘Daar gaat het om andere dingen, zoals samenspelen.’ Bestaat er een geheim recept voor een goede vrije trap? ‘Je moet traptechniek hebben om het te kunnen’, zegt Vejinovic. Maar vooral moet je het onderdeel blijven aanscherpen, elke keer weer. Hij probeert in Arnhem zo vaak als het mag af te werken na de training. Met en zonder poppenmuurtje. Ook de keeper laat hij soms weg. ‘Want het gaat er ook om hoe zuiver je schiet.’ Vejinovic is gretig en ijverig gebleven, hoewel niemand van zijn medespelers zo goed vrije trappen neemt als hij. Labyad en Gino Bosz, de zoon van de trainer, kunnen het ook maar hij staat op één. ‘Soms hebben we maar tien minuten, soms mag je een half uur blijven trainen tot de lunch. Ik trap, denk ik, minstens dertig ballen. Zo veel als ik kan.’ Toornstra doseert meer. Na tien tot dertien ballen vindt hij het vaak wel genoeg. Een vrije trap moet iets spontaans blijven, zegt hij. Hij telt bijvoorbeeld niet hoeveel passen hij zet, nadat hij de bal heeft klaargelegd. ‘Dan ga ik er te veel bij nadenken. Je moet vrij zijn in je hoofd. Daarom neem ik ook nooit te veel ballen op een training.’ De 25-jarige rechtsbuiten van Feyenoord is een liefhebber van het onderdeel. Dat kan ook niet anders. ‘Het moet uit jezelf komen. Als de trainer moet vragen of je erop wilt oefenen, is er al iets mis.’
Vejinovic (24) spreekt van een automatisme. Het kost hem moeite om zijn rituelen bij een vrije trap toe te lichten. ‘Je moet erop vertrouwen’, zegt hij. ‘Je weet al hoe je moet staan, waar je moet staan. Als iemand me vraagt hoe ik het doe, denk ik: pff… hoe moet ik dat uitleggen?’ Hij trapt de bal tussen binnenkant voet en wreef in. Hoe harder de bal moet gaan, hoe meer wreef je gebruikt. ‘Je hoopt dat het een kenmerk van je wordt’, zegt hij, ‘dat de mensen zien: hij is een vrijetrappenspecalist.’ Een vrije trap is een extraatje dat je hoger brengt als voetballer. ‘Iemand die fantastisch kan scoren met het hoofd, heeft ook een extra kwaliteit.’ En een voetballer wordt zo meer waard.
‘Een vrije trap is een wapen dat je je eigen kunt maken’ – Ricardo van Rhijn (Ajax)
‘Vorig jaar gingen mijn vrije trappen nog over het vangnet heen. Dat bewijst: een vrije trap is een kwestie van veel oefenen. Nu gaan de ballen hooguit een metertje over. Niet meer huizenhoog. ‘Van de rechtspoten die een vrije trap kunnen nemen bij Ajax, is Lasse (Schöne, red.) de nummer 1. Ik ben afhankelijk van wat hij bepaalt. Toen hij wegviel door een blessure, besloot ik nog intensiever met vrije trappen aan de gang te gaan. Dat blijf ik dit seizoen volhouden. ‘Toen ik net bij Ajax 1 kwam, probeerde ik me vooral staande te houden. Ik was nog jong. Dan ga je je niet ook nog eens in vrije trappen specialiseren. Anderen waren al leidend op dat vlak: Eriksen, Vertonghen. Nu heb ik mijn eigen manier van trappen ontwikkeld. ‘Mijn aanloop is altijd dezelfde: ik doe zes passen. Eerst een rechterpas, dan links, dan rechts, enzovoort. Ik ga bijna haaks op de bal staan, op 90 graden, en hou ervan de bal te laten ‘ploffen’. Dan pak ik de bal met mijn binnenkant en probeer hem een curve mee te geven waardoor hij op het laatst moment daalt. Zo creëer je een swing waarmee de keeper moeite heeft. ‘Een vrije trap is een wapen dat je je eigen kunt maken. Kijk naar Andrea Pirlo, die springt er nog altijd bovenuit. Van hem weet je: elke vrije trap is een levensgrote kans.’ ‘Ik kijk nooit naar anderen, ik wil mijn stijl niet beïnvloeden’ – Hakim Ziyech (FC Twente) ‘In de jeugd ging ik voor elke training als een idioot ballen op doel schieten. Inmiddels weet ik dat dat niet zo verstandig is, als je spieren nog niet warm zijn. Maar ik was fanatiek en ik wilde zo graag schieten. ‘Het is niet vanzelf gegaan. Ik heb veel, heel veel tijd gestoken in het ontwikkelen van mijn vrije trap. Onder (oud-prof) Jeffrey Talan bij Heerenveen bleef ik met een groepje na elke training hangen om nog wat ballen te trappen. Talan deed ook mee. Je zag meteen dat hij een goede trap had. ‘Ik vind het belangrijk om een eigen stijl te creëren met mijn vrije trap. Ik kijk daarom nooit naar hoe anderen in de eredivisie het doen. Ik zie wel wat zij doen, maar ik gebruik het niet. Ik wil mijn stijl niet beïnvloeden. Laat iedereen maar zijn eigen stijl hebben, van mij mag het. ‘Mijn doelpunt tegen AZ, in de beker vorig seizoen, vond ik het allermooist: die ging er via de kruising in. Dan weet je dat de bal niet verder meer de hoek in kan. Tegen Feyenoord dit seizoen had de keeper heel veel man in de muur gezet. Ik dacht: ik zet er ook nog een speler van ons bij, dat verslechtert zijn zicht. Ik schoot niet eens zo hard, maar de bal ging binnen. ‘Vaak is het zo: als je de bal raakt, heb je al meteen een klein gevoel wat er gaat gebeuren.’
 
Zeven stappen voor de vrije trap
stap 1: Bal oppakken en goed leggen. Eventueel met ventiel naar achteren, om effectvolle ‘zwabberbal’ te kunnen trappen. stap 2: Bij twijfel: met teamgenoten afspreken wie vrije trap neemt. Eventuele ‘varianten’ bespreken, zoals overstapje over de bal of teamgenoot die bal nog klein tikje opzij geeft. stap 3: Muur tegenstander analyseren. Eventueel eigen speler erbij zetten, om zicht van keeper te belemmeren. Zal de muur opspringen? Dan kan lage vrije trap effectief zijn. stap 4: Aanloop en hoek uitmeten. Plaats waar bal ligt en afstand tot doel zijn bepalend. Korte aanloop volstaat als bal bij rand van strafschopgebied ligt en vooral met effect getrapt moet worden. stap 5: Kijken waar keeper staat. Welke hoek laat hij vrij? Maakt hij nog een zijstap, zodat het moeilijker wordt om te duiken? Vaak is hij bal kwijt tot die de muur passeert. stap 6: Mikken. Speler richt doorgaans op een speler in de muur en trapt, als het goed is, over die speler heen. stap 7: Schieten.