fbpx

Glynor Plet: ‘Vaak heb ik een stap terug gedaan vanuit het idee er later twee vooruit te kunnen zetten’

Glynor Plet is tot nu toe misschien wel één van de grootste verrassingen van het seizoen. De aanvaller van Heracles Almelo is de afgelopen wedstrijden een beslissende factor gebleken voor de Tukkers nu hij zijn voeten laat spreken. Het is dan ook snel gegaan met de lange aanvaller, die vanuit het niets zich heeft opgewerkt tot één van de steunpilaren van de club.  Op zijn 24ste is de geboren Amsterdammer eindelijk aanbeland in de droom van zijn leven: basisspeler en scorende spits in de Eredivisie. Het traject ernaartoe was lang en kronkelig. Vol hindernissen en tegenslagen ook. In VI vertelt hij er over.
 
‘Mijn carrière is er een geweest van vallen en opstaan, van teleurstellingen verwerken en terug knokken’, kijkt de voetballer terug. ‘Vaak heb ik een stap terug gedaan vanuit het idee er later twee vooruit te kunnen zetten’.
 
Stap terug
Zoals in de jeugd van Haarlem waar hij vier jaar speelde. Destijds een profclub, maar toch koos Plet op 16-jarige leeftijd voor het A1 elftal van zondaghoofdklasser Argon. ‘Ik had daar eigenlijk helemaal geen zin in. Van jongs af aan was mijn doel profvoetballer worden en dan ga je niet snel van een profclub naar de amateurs. Volgens mijn vader en broer kon ik me bij Argon echter beter laten zien. Bij Haarlem kwam nooit een scout kijken en bovendien speelde de A1 van Argon op een hoger niveau tegen clubs als Ajax, FC Zwolle en Emmen. Op dat moment was ook net spits Jasmin Ramic bij Argon opgehaald door FC Groningen. Mijn vader bleef dan ook aandringen: “Luister een jaar goed naar me, geef alles voor het voetbal en je zult zien dat het goed komt”, zei hij. Ik heb dat seizoen alles uit de kast gehaald en na een jaar kon ik inderdaad naar FC Den Bosch’.
 
Weer een stap terug
Bij FC Den Bosch begon ik in de A-jeugd, maar mocht ik al snel meetrainen met de selectie. Daar had ik Frank Demouge voor me, dus moest ik het doen met wat invalbeurten. Na dat seizoen ging Demouge naar Willem II, maar koos trainer Theo Bos voor Koen van der Biezen als eerste spits.  Daar voelde ik me niet prettig bij. Ik had in het eerste jaar Den Bosch veel geleerd en had het gevoel: wat van der Biezen kan, kan ik ook. Het duurde me te lang. In overleg met mijn vader en mijn zaakwaarnemer heb ik toen opnieuw gekozen voor een stap achteruit. Ook al omdat ik slechts als amateur in Den Bosch speelde. Ik was achttien jaar geworden, dan voel je je volwassen en wil je ook je eigen centjes verdienen. Ik had bij FC Den Bosch twee jaar in mezelf geïnvesteerd en uiteindelijk wil je wel worden beloond.
 
Werken
De zoektocht naar voetbalgeluk bracht hem in Lisse. Plet ging overdag werken bij een sponsor. Trainen gebeurde in de avond, bij kaarslicht. ‘Dat jaar is goed voor me geweest’, weet de spits nu. ‘Ik verdiende mijn eigen geld en dat was goed voor mijn eigenwaarde. Sportief kenden we een prima seizoen. Dat jaar bij Lisse heeft mijn ogen definitief geopend. Ik weet nu: profvoetballers hebben het heel gemakkelijk en moeten niet zo veel zeuren. Je traint twee uur per dan en daarna hen je de hele dag vrij om te rusten of te doen wat je wilt. Bij Lisse werkte ik van negen tot vijf, ging daarna nog trainen en vervolgens was je zo moe, dat je nergens meer zin in had. Toen heb ik mezelf opnieuw het doel gesteld: profvoetballers hebben het heel goed: als ik ooit nog de kans krijg er een te worden, dan pak ik die’.
 
Eredivisieclub
De verlossing kwam van Telstar, dat hem in 2008 oppikte. Eenmaal terug in het betaalde voetbal kreeg Plet de valm in de schoen. In twee seizoenen Jupiler League maakte hij respectievelijk 18 en 21 goals. Go Ahead Eagles had als eerste belangstelling. Later kwam daar SC Cambuur bij. ‘” Maar ik zag het niet zitten opnieuw in de Jupiler League te gaan voetballen, in die competitie had ik mijn ding wel gedaan. Ik wilde naar de Eredivisie, daarvoor had ik al die jaren in mezelf geïnvesteerd. Mijn uitgangspunt was: zet me bij een Eredivisieclub neer, ik zal alles aannemen van de mensen die er werken en ik word beter. Daarom heb ik bij Telstar gewacht totdat de Eredivisieclub kwam. Zoniet, dan wilde ik naar het buitenland. Er zijn genoeg clubs op de hele wereld, er is er altijd wel een die een spits nodig heeft zoals ik’.
 
Derde spits bij Heracles
Zijn nieuwe wereld werd die van Almelo, al maakte Glynor Plet wel eerst een studie van het voetbalconcept waarmee hij te maken zou krijgen. ‘Ik ben een spits die vooral afhankelijk is van de spelers om hem heen en moet niet voetballen in een ploeg die inzakt en loert op de counter. Ik wist van de aanwezigheid van de aanvallende middenvelder Willie Overtoom, die altijd op zoek is naar de steekpass. Heracles voetbalt ook met buitenspelers en backs die mee opkomen en voorzetten geven. Hier kan ik wel wat mee, dacht ik. Ik zou de derde spits worden. Mij maakte het niets uit. Alleen al door het trainen op een hoger niveau met betere spelers zou ik me verder kunnen ontwikkelen. Ik tekende voor drie jaar, zo lang gunde ik mezelf om mijn doelen te halen’.
 
Dip
Daarom is hij ook nog steeds verbaasd over de onvrede die vorig seizoen na enkele maanden in zijn hoofd kroop. Door een blessure van Armenteros stond hij tijdens de eerste competitiewedstrijd thuis tegen Willem II in de basis en hij maakte ook nog eens twee goals. Ook in de zes duels daarna was Plet eerste keus voorin, maar nadat Armenteros weer fit was geworden, kwam de Amsterdammer op de bank terecht. En dat zinde hem maar niets. ‘Na die wedstrijd tegen Willem II was ik euforisch. ‘Dit wordt mijn seizoen, dacht ik. Als je een aantal wedstrijden in de Eredivisie hebt gespeeld, wil je niet meer op de bank zitten. Vóór het seizoen maakte mij dat nog niets uit, maar un de realitiet van het moment was ik heel teleurgesteld. Ik kwam in een dip terecht, heb een aantal trainingen meegedaan waarin ik niets uitvoerde. Wedstrijden spelen in het belofteteam wilde ik ook niet, voor mijn gevoel was dat station gepasseerd. Ik kon de kracht niet opbrengen om terug te knokken. Toen heeft de technische staf me een spiegel voorgehouden. ‘Jij was toch degene die zei dat hij er alles aan wilde doen om te slagen bij Heracles?”, zeiden de trainers. “Nou dan!” Ze hadden gelijk natuurlijk. Mijn doel, succesvol worden in de Eredivisie, dreef steeds verder van mij vandaan. Op een gegeven moment ben ik alles weer helder gaan zien. Ik ben gaan bikkelen, deed trainingen weer op honderd procent en heb hard aan mijn verbeterpunten gewerkt. Koppen en handelingssnelheid bijvoorbeeld.
 
Helder doel
Plet werd centrumspits en maakte sindsdien vier goals in vijf wedstrijden. ‘Ik kan met iedereen samenspelen, het gaat lekker’, constateert Plet. ‘Maar ik voel me nog niet spits nummer één, ik vind ook dat ik nog niets bewezen heb, Dat is pas het geval als ik over een heel seizoen van waarde ben geweest voor het elftal; niet alleen met goals maar ook in mijn taken bij balverlies en drukzetten. Wel heb ik voor mezelf een helder doel geformuleerd: ik wil in deze competitie uitkomen op vijftien goals. Uiteindelijk wil ik de top van de Eredivisie halen en in het buitenland spelen. Ik ben 24, komende zomer of het jaar erop moet ik de volgende stap maken. Dat doel zit in mijn achterhoofd en is niet iets wat me continu bezighoudt. Ik zie mijn voetbalcarrière als een traject. Als ik deze periode goed afsluit, kan ik een stap hogerop maken en daar moet ik me tussen betere spelers en op een hoger niveau opnieuw waarmaken. Ik ben ervan overtuigd dat ik dat aankan. Mijn hele carrière verloopt al zo. Stap voor stap beter worden. Het is net als op school: als je een goede basis hebt, kun je alles leren’.