“Wat valt er voor mij nou te zweven?”, zegt Martins Indi tegen NUsport. “Oké, ik heb het Nederlands elftal gehaald. Oké, ik ben een vaste waarde bij Feyenoord. En oké, ik sta in de belangstelling van grote clubs. Maar mijn interlandcarrière is nog lang niet voltooid en ik heb nog lang niet al mijn doelen bereikt.” Tegenover eerder genoemde medium laat de linkspoot weten dat hij niet altijd heeft geleefd op de manier waarop hij nu wel doet, als professional.”Rond mijn vijftiende, zestiende hing ik met jongens in de stad rond met wie ik niet rond moest hangen. Ik zat toen al een jaar of twee in de Feyenoord-jeugd en was aan het puberen. Vond het nodig om een beetje stoer te doen, ook op school. Op mijn zestiende maakte ik voorzichtig een omslag, maar je gaat nooit in één keer omhoog. In de weg naar boven ben ik ook een paar keer gevallen. Ik viel steeds minder diep, maar lang niet alles is bij mij met pieken gegaan.”Martins Indi kwam op bepaalde plekken en dat was niet goed voor hem. Op de vraag was hij op die plekken deed kon hij simpel antwoord geven. “Niks. Dat was het ’t ’m nou juist. We deden niks. Naast het voetbal was ik nergens mee bezig, behalve met een beetje irritant doen. Ik nam mezelf een houding aan van: ik ben het helemaal, weet je wel? Ik was constant heel hard aan het praten buiten, want dan viel ik op.”De twintigjarige Martins Indi is veranderd. “Ik ben veel wijzer geworden. Stabieler. Volwassener. Ik voel me nu gewoon Bruno. Toen niet. Ik had altijd een weerwoord, tegen iedereen. De Bruno van toen was zoekende naar de juiste weg, naar het juiste pad.” De jonge verdediger heeft van Feyenoord de kans gekregen om een het internaat van de club de regels te leren.”De club vond het goed voor me, ja. Maar ik koos er uiteindelijk zélf voor om bij mijn ouders en vrienden weg te gaan. Uiteindelijk maakte ík de beslissing om het internaat in te gaan. Dat is mijn kracht; dat ik altijd op het juiste moment de juiste beslissing heb genomen.”