Boy Waterman is momenteel eerste keeper bij PSV. De weg naar die rol was echter moeizaam. In de jeugd werd de doelman gezien als mogelijke opvolger van Edwin van der Sar bij het Nederlands elftal. Waterman was echter bankzitter bij ADO Den Haag en degradeerde in Duitsland met Alemannia Aachen naar het derde niveau. Nu geniet hij in Eindhoven.
Het ging mis bij AZ, waar hij genoegen moest nemen met een rol als reserve achter Sergio Romero. Op huurbasis zat hij bij ADO Den Haag echter ook op de bank. “Geen fijne tijd. Misschien was ik niet voldoende gefocust”, zegt Waterman in gesprek met het Algemeen Dagblad. Van gemakzucht was echter geen sprake. “Vaak wordt een mening al gevormd op basis van hoe je loopt of wat je uitstraalt. Ik ben niet die bezeten keeper die langer doortraint om zijn concurrent te intimideren. Maar dan kan ik nog wel een trainingsbeest zijn.”
In de zomer van 2010 kwam Waterman bij De Graafschap, waar trainer Darije Kalezic hem verantwoordelijkheid gaf. “Misschien niet mijn laatste kans, maar zo voelde het wel. Ik ging in Zutphen wonen, verhuisde voor het eerst uit Lelystad. Alles op het voetbal. Kalezic gaf me vertrouwen. Een seizoen keeper, zonder gezeur en blessures, dat had ik nodig.” Kalezic gaf zijn doelman tips, geen gekke dingen doen. “Fouten worden onthouden, reddingen niet.”
Via een seizoen in Aachen kwam Waterman afgelopen zomer bij PSV terecht, in eerste instantie als tweede doelman achter Przemyslaw Tyton. De Pool zit inmiddels op de bank, Waterman is eerste keus bij trainer Dick Advocaat. “Ik ben niet van het terugkijken, maar geniet hier wel enorm van. Ik kwam niet naar Eindhoven om tweede keeper te zijn.”
