Een beetje spanning voor een taak helpt om je prestatie te verbeteren. Het doel van deze tips is dus niet de spanning helemaal weg te nemen, maar die hanteerbaar te maken.
1. Stop de kritiek op jezelf!
Noteer je ‘faalgedachten’ en zet ze om in helpende gedachten (hoe je dat doet lees je in de link Gedachtecontrole). Wie zegt eigenlijk dat je een sukkel bent als je een penalty mist? Dat je dat vroeger ooit een keer te horen kreeg, wil niet zeggen dat het waar is. Ook al maak je fouten, je bent oké zoals je bent.
2. Herschrijf je geschiedenis!
Als je tijd hebt, herschrijf dan eens hoe je in het verleden een penalty maakte. In plaats van de kritiek die je ooit kreeg, krijg je complimenten voor alles wat je goed deed op het veld. Maak er de top voetballoopbaan van die je graag had willen hebben. Een succesverhaal maken van je verleden kan je bevrijden van onnodige spanning, je leert kritische en negatieve gedachten te relativeren en je wordt je bewust van het feit dat je het nu zelf voor het zeggen hebt.
3. Blijf proberen!
Als je echt graag iets wil bereiken, bijvoorbeeld iets nieuws leren of je anders gedragen, geef niet op. Zie jezelf als de pupil die in de grond schiet en het steeds opnieuw probeert. Heb plezier in wat je doet en niet om wat het je oplevert.
4. Vertrouw op je eigen kracht!
De mensen die van zichzelf uitgaan, herstellen sneller van een tegenslag. Breng in kaart wat je sterke en zwakke kanten zijn. Besef dat je om hulp mag vragen wanneer je ergens niet zo goed in bent. Daardoor word je niet weggevaagd, je sterke kanten blijven staan.
5. Kijk vooruit!
Als pupil leerde je niet te schieten door steeds maar erbij stil te staan wanneer het mis was gegaan. Nee, je keek vooruit naar de volgende poging. Teveel stilstaan bij je belemmeringen, bij je fouten remt je af. Probeer meer tijd te besteden aan wat voor je ligt en wat je wil.
Kijk welke tip je het meest aanspreekt en oefen ermee.