fbpx

Welke voetbaltalenten halen het (niet)?

Welke voetbaltalenten halen het (niet)? Welke factoren verklaren excellente sportprestaties? Talent? Intensieve doelgerichte training onder deskundige begeleiding? Mentale aspecten?

Iedere sporter, coach, trainer en sportwetenschapper is geïnteresseerd in de vraag welke factoren excellente sportprestaties verklaren. Het lastige – en tevens het boeiende en uitdagende – is dat het aantal factoren nagenoeg ongelimiteerd is. Toch is er één factor die verreweg het best toekomstige sportprestaties verklaart, en dat zijn de door de persoon eerder geleverde prestaties. De kans is heel groot dat een Nederlands kampioen in de leeftijdscategorie tot 14 jaar als volwassen sporter beter presteert dan leeftijdsgenoten die als 14-jarige op districtsniveau geen potten konden breken.

Dit is leuk en aardig, maar wat wij natuurlijk willen weten is hoe het komt dat de ene 14-jarige Nederlands kampioen wordt, en de andere niet in de buurt komt van dit niveau. Menigeen zal nu roepen dat dit een kwestie van talent en natuurlijke aanleg is. Veel mensen zijn van mening dat bijvoorbeeld Roger Federer ‘s werelds beste tennisser is geworden omdat hij meer talent had en heeft dan anderen.

Dat zou heel goed kunnen, maar we kunnen het nooit met zekerheid zeggen. Immers, de 14-jarige Roger Federer had al een jaar of tien tennistraining achter de rug. Was hij op die leeftijd zo’n excellent “talent” dankzij moeder natuur, of omdat hij al meer uren als tennisser had gemaakt dan zijn leeftijdgenoten? Dezelfde vraag kun je je stellen bij “talenten” op andere gebieden, zoals de musici Mozart en Mendelssohn.

De invloedrijke sportpsycholoog K. Anders Ericsson verdedigt al meer dan twintig jaar de stelling dat deliberate practice – ofwel intensieve doelgerichte training onder deskundige begeleiding – en niet “natuurlijke aanleg” de bepalende factor is voor excellent presteren. Niemand zal ontkennen dat je keihard moet werken en veel uren moet maken om de top te bereiken, maar dat natuurlijke aanleg geen rol speelt in dit verband, zullen weinig mensen onderschrijven. Zo zijn sporters met bepaalde fysieke kenmerken (lengte, lichaamsbouw, spieren, etc.) bij bepaalde sporten in het voordeel, en zijn bepaalde kwaliteiten (zoals reactiesnelheid) moeilijk trainbaar.

Lees verder in het oorspronkelijke artikel van Nico W. Van Yperen – Hoogleraar Sport Psychologie