Een gesprek met Oussama Tannane over blessures, eenzaamheid en levensvreugde boven een dikke spaarrekening. ‘Uiteindelijk neem je niks mee’
Mensen denken dat het heel makkelijk is om voetballer te zijn. Toch zijn er genoeg mensen die het nog geen week vol zouden houden, ergens helemaal alleen op een vreemde plek. Je moet nieuwe vrienden maken in een land waar je de taal niet spreekt. Ik kom uit een grote familie, we waren vaak wel met z’n tienen thuis. Nu was ik alleen. Het was altijd stil in huis. Op een gegeven moment is mijn moeder komen logeren, ze zag dat ik het moeilijk had. De verveling is verschrikkelijk. Op een gegeven moment zat ik op mijn vrije dag wéér naar een wedstrijd van Eibar te kijken. Eibar! Ik was doodongelukkig, zat gevangen op een eiland. Wat ook niet meehielp waren de resultaten. Ik heb daar wel vier verschillende trainers gehad in een half jaar tijd. Ik speelde doorgaans wel, aangezien ik was gehaald door de president. Het was eerder andersom. Dat ik moest spelen. Kwam ik net terug van een blessure en dwong de trainer me direct te spelen. “Dit is in het belang van het team”, zei hij dan. Het werkte gewoon van geen kant. Ik weet nog dat ik tegen mezelf zei: Ous, jij kan hier niet nog zes maanden blijven. Je moet hier weg.’