Het seizoen is voor Stefan de Vrij nog niet wat hij ervan gehoopt had. De verdediger van Feyenoord speelde een wisselvallige eerste seizoenshelft en raakte ook nog eens geblesseerd aan zijn enkel. De Vrij is inmiddels zijn basisplaats kwijt bij Feyenoord. De twintigjarige reserve-aanvoerder is weer fit en hoopt zich snel weer in de basis te knokken. “Ik ben ervan overtuigd dat de tweede seizoenshelft mij meer zal brengen dan de eerste”, zegt De Vrij in gesprek met NUsport.
“Door mijn blessures heb ik de afgelopen tijd veel getraind, veel individueel ook. Ik heb lange dagen gemaakt om zo sterk mogelijk terug te komen. Dat heeft me goed gedaan. Nu hoop ik zo snel mogelijk mijn basisplaats terug te veroveren”, aldus De Vrij, die ook kritisch is over zijn eigen presteren in de eerste seizoenshelft.
“Ik hoopte dat ik de opwaartse lijn die ik vorig seizoen had ingezet na de zomervakantie kon doortrekken, maar dat is niet gelukt. Het is niet zo gegaan als ik mezelf had voorgenomen. Ik was zoekende. Af en toe speelde ik best aardig, maar vaak was het die week erop dan weer een stuk minder.”
“Ik baalde. Zat de hele tijd met die ene vraag: hoe kan het nou dat ik minder presteer dan vorig seizoen? Een duidelijk antwoord heb ik nooit gevonden. Ik denk dat het kwam doordat ik niet lekker in mijn vel zat. Het liep gewoon even niet. Dat gebeurt iedere voetballer wel eens. Niemand kan elke week een voldoende halen.”
Psycholoog
Hij zocht steun. Onder meer bij een psycholoog. “Toen ik in januari net weer fit was , ging het in een oefenwedstrijd tegen IJsselmeervogels opnieuw mis. “Ik zocht steun bij familie, vrienden, mijn vriendin Marloes. Zij zeiden steeds: ‘Steef, kop op!’ Ook heb ik een gesprek gehad met Paul van Zwam, de sportpsycholoog met wie Feyenoord samenwerkt.””Niet alleen over voetbal, ook over privézaken.” De Vrij wil op de vlakte houden waarover hij heeft gesproken. “Dat blijft tussen ons.” De gesprekken zijn volgens de 20-jarige rechtspoot voor herhaling vatbaar. “Wat mij betreft wel. Het kan nooit kwaad om met zulke mensen te praten. Misschien dat andere mensen er anders tegenaan kijken, maar ik denk dat een psycholoog voor een topsporter zeker nut kan hebben. Ik schaam me er niet voor om met zo iemand te praten.”
Lees ook: Feyenoorder De Vrij: Ik leg de lat hoog, misschien wel te hoog