fbpx

Sébastien Haller: ‘Ik kies voor een carrière, niet voor geld’

FC Utrecht wilde Sébastien Haller verkopen aan Norwich City, maar de 21-jarige Franse spits bepaalt zelf zijn koers naar de top. ‘Ik stel mezelf elke dag de vraag: Wat kan ik doen om morgen een betere speler te zijn?’

FC Utrecht en Norwich City waren akkoord over een afkoopsom voor Sébastien Haller. ‘Het ging om achtenhalf miljoen euro’, zegt Loïc Gustan, zijn vriend en zaakwaarnemer. De laagvlieger in de Premier League heeft nog niet met de aanvaller zelf gesproken. Het Franse goudhaantje krijgt toestemming een dag op en neer te gaan naar Engeland voor een rondleiding op het trainingscomplex, in het stadion en voor een gesprek met manager Alex Neil.
 
Al snel wordt het Haller en Gustan duidelijk dat het opportunisme regeert bij deze club. Neil heeft links en rechts al wat spelers gekocht. Paniekaankopen. Het gaat om overleven. Beleid maken is voor morgen. Punten pakken, dat is het enige wat telt in Norwich. Haller wil juist weten wat Neil precies met hem van plan is. Hoe wil de manager spelen? Welke rol krijgt de spits? En wat is het perspectief? Goede antwoorden krijgt hij niet.
 
De Fransman denkt terug aan zijn kennismaking met FC Utrecht. In het spelershome zette Harry, hoofd van de schoonmaakploeg, het nummer Formidable op van de Belgische zanger Stromae. Meteen voelde Haller zich op zijn gemak. Het is een ritueel geworden als hij heeft gescoord: Harry draait Formidable. Op z’n hardst. Haller zit dan te stralen, maar is ook verlegen. Hij wil zich niet boven zijn ploeggenoten plaatsen.
 
Een positief gemoed krijgt de Fransman niet tijdens de ontvangst bij Norwich City. Bovendien, vraagt hij zich af, stel dat The Canaries degraderen, hoe ziet het toekomstbeeld er dan uit? Haller weet ook dat Norwich zeker geen koninkrijk is voor spitsen. Hij is jong, staat aan het begin van een beoogde en door kenners voorspelde glanzende carrière en wil voorkomen dat hij op de bank belandt, over een half jaar al is afgeschreven en vervolgens wordt verhuurd aan allerlei obscure clubs die hij niet kent. Tot een gesprek met Norwich City over een contract komt het niet eens.
 
Enkele dagen later koopt Norwich voor ruim negen miljoen euro de Schotse international Steven Naismith, die bij Everton als derde spits niet meer aan de bak kwam. ‘Ik was sowieso niet van plan bij Norwich City te gaan voetballen. Ik heb een ander plan in mijn hoofd. Tot de zomer bij FC Utrecht blijven en de komende maanden proberen ons te plaatsen voor de Europa League. Dat wil ik echt.’

 
‘Norwich was de enige club die tot dusverre met een bod is gekomen. Afgezien daarvan vind ik een wintertransfer riskant. Je komt halverwege binnen en moet je snel aanpassen. Daar is eigenlijk geen tijd voor. Het gaat erom dat ik op het goede moment bij een goede club terecht wil komen. Een club met een goed toekomstplan. Ik zeg niet dat ik in één keer naar de top wil, maar ik wil in elk geval niet naar een opportunistische club. Naar een onrustige club dus. Ik hoef ook niet per se naar Engeland. De Bundesliga vind ik ook een geweldige competitie. En je speelt daar altijd in grote, volle stadions. Maar voor nu is mijn doel echt iets te bereiken met FC Utrecht.’
 
Waarom ging je dan naar Norwich?
‘FC Utrecht vroeg mij of ik erheen wilde gaan. Om te luisteren en een kijkje te nemen. Maar ík zag het vanaf het begin puur als visite. Norwich was een kans, dat wel, maar niet dé kans. Niet de club waarop ik zit te wachten, zo eerlijk ben ik. Iedereen kent de financiële situatie van FC Utrecht. Het zou mooi zijn als ik ze kan helpen met een transfer. Dan is het win-win. Wij, Loïc en ik, hebben een uitstekende relatie met de club; met algemeen directeur Wilco van Schaik, met eigenaar Frans van Seumeren, met trainer Erik ten Hag, met de spelers, met de mensen die daar dagelijks keihard werken… Als je een voetballer vraagt wat hij wil, zal hij zeggen: Bij Real Madrid voetballen, net zo goed worden als Ronaldo, de Champions League winnen. Ik spiegel me aan niemand. doe het stap voor stap. Ik speel in Jong Frankrijk en wil uiteindelijk in de A-ploeg spelen. En bij een grotere club Europees voetbal.’
 
Hoelang nog?
‘Ik weet wat ik bij FC Utrecht heb. Ik speel hier elke wedstrijd en dat is belangrijk voor mij als jonge voetballer. Mijn profloopbaan is nog maar net begonnen. Ik stel mezelf elke dag de vraag: Wat kan ik doen om morgen een betere speler te zijn? Ik train hard, doe veel aan fitness en werk aan mijn sprints om sneller en explosiever te worden. Ik doe er alles aan een complete voetballer te worden. Ik wil méér zijn dan alleen afmaker. Ik ben ook een aanspeelpunt en wil voetballend mijn bijdrage leveren. In alles moet ik beter worden. Nog wat eerzuchtiger voor de goal. Hongeriger. In alle opzichten ben ik al beter geworden ten opzichte van een jaar geleden. Mijn mindset is: mezelf verbeteren, hoe kan ik meer goals maken en hoe kunnen we een wedstrijd winnen? Alles gaat om winnen. En als ik niet scoor, ben ik chagrijnig.’
 
Waar veel voetballers dergelijke acties zien als een verplicht nummertje, maakt Haller de indruk dat hij het werkelijk leuk vindt een berg posters te signeren. Hij is open, goedlachs, beleefd, attent en zeer benaderbaar. Zoals altijd. ‘Ik doe het echt graag. Dit is waardering van supporters. En ik kan kinderen hiermee een plezier doen, dat geeft een goed gevoel. Ik ben een happy man en wil graag dat iedereen happy is. Als dat kan door iets simpels als wat handtekeningen te zetten, prima toch?’
 
‘Haller weet wat hij wil en de weg daarnaartoe heeft hij in zijn hoofd’, zegt directeur Van Schaik. ‘Hij gaat de top halen, daarvan is hij overtuigd. Hij weet hoe goed hij al is. Zonder arrogant te zijn.’ ‘Ik ben cool, ja, zo is mijn leven’, haalt Haller zelf zijn schouders op. ‘Ze zeggen dat ik vroeg volwassen ben. Het zal wel, ik geniet gewoon van alles wat ik doe. Ik maak me niet druk, ik heb cold blood.’
 
Voor FC Utrecht is hij een goudmijn. Een transfer van de spits, die werd gekocht voor een miljoen euro, haalt de club in één keer uit de rode cijfers. De leiding gaat behoedzaam met hem om. Daarom mag hij doordeweeks geen interviews geven, omdat hem dat zou afleiden. ‘We houden hem even uit de wind’, aldus Van Schaik. ‘Er is veel te doen rond hem. Hij is zeer volwassen, maar toch nog een jonge vent en hij maakt dit voor het eerst mee.’
 
Ook hierin bepaalt Haller zijn eigen koers. ‘Ach’, lacht hij, ‘het is goed bedoeld. Ze willen mij beschermen. Ik waardeer hun zorg. Het kan impact hebben op een voetballer die zo in de belangstelling staat. Maar mensen die dat over mij denken, kennen mij niet goed genoeg. De voetballerij is een gekke wereld en daar moet je mee kunnen omgaan. Ik heb er zelf geen moeite mee, ik weet hoe het werkt. Er wordt veel onzin geschreven, op allerlei websites. Hoor ik tenminste. Dat lees ik zelf dus niet. Ik concentreer mij op voetballen. Als een journalist wat van mij wil weten of iets wil checken, is dat alleen maar goed. We doen allemaal ons werk. Verder valt het wel mee, met de zogenaamde hectiek. Dat maken anderen ervan.’
 
Loïc Gustan kent Sébastien Haller al vanaf zijn zestiende. ‘Sébastien is altijd stabiel, slim en een goede jongen’, zegt de Fransman. ‘Hij komt uit een goed milieu en zijn ouders hebben hem een goede opvoeding gegeven. Zijn vader is een Fransman, zijn moeder komt uit Ivoorkust; zulke aardige en open mensen. Hij is modern grootgebracht, in een multiculturele omgeving in Parijs. Daarom is Sébastien zo’n open jongen en kan hij in elk land aarden. Zijn ouders begeleiden en adviseren hem nog steeds, zij zijn heel belangrijk voor hem.’
 
‘Haller is een familiemens’, weet Van Schaik, ‘hij wil ze dicht bij hem hebben en veel contact met ze hebben. Dit zal zeker meewegen bij zijn keuze voor de toekomst.’ Gustan: ‘Ze hebben hem ook geleerd wat loyaliteit betekent. Hij zat bij Auxerre op de tribune, niemand wilde hem hebben, maar FC Utrecht pakte hem op en investeerde in hem. Wat FC Utrecht hem heeft gegeven, wil hij op zijn beurt teruggeven. Daarom trekken wij met de club in volstrekt goede verstandhouding op wat Sébastiens toekomst betreft. En daarom heeft hij geen enkele haast te vertrekken. Sébastien heeft een band met deze club en de mensen met wie hij dagelijks werkt.’
 
‘Ik zal nooit vergeten dat FC Utrecht mij de kans gaf mijn profcarrière een herstart te geven’, zegt de spits zelf. ‘Ik heb hier altijd veel vertrouwen gekregen. Ik heb een doel voor ogen en daar doe ik echt alles voor. Mijn doel is uiteindelijk de top. Maar de vriendelijkheid van de mensen bij FC Utrecht zal ik nooit vergeten. Als ik warmte krijg, geef ik warmte terug. Over mijn toekomst praten we gezamenlijk, de club en ikzelf. Mijn familie speelt hierin zeker een belangrijke rol, ik ben trots op ze. Mijn vader en moeder hebben mij normen en waarden geleerd en zo ben ik de persoon geworden die ik nu ben. Ik heb zó veel aan hen te danken en ik wil hen zó veel teruggeven. Ik ga met een lach door het leven.’
 
‘Ik ben niet bezig met een transfer, dat is zinloos. Niemand kan de dag van morgen voorspellen in de voetballerij. Ik laat alles op me afkomen en zie wel wat er gebeurt. Het is dus niet zo dat ik per se nu weg moet en een vertrek wil forceren. Geld is voor mij geen drijfveer. Ik kies voor een carrière, niet voor geld. Ik richt mij op een transfer in de zomerperiode. Dat doe ik het liefst.’