fbpx

Gyliano van Velzen raakte als jonge voetballer verdwaald in het grote geld

Zestien was hij, toen Gyliano van Velzen Ajax verruilde voor het grote Manchester United. Wat hij zich toen niet realiseerde, was dat het een beslissing was die hem zou blijven achtervolgen. Wie eens op Old Trafford heeft gespeeld, ligt voor de rest van zijn leven onder een vergrootglas. “Het is al tien jaar geleden, maar tot op de dag van vandaag beginnen mensen overal waar ik kom over United. In het begin had ik daar heel veel moeite mee.”

Laat er geen misverstand over bestaan, Van Velzen (26) is heel trots op zijn drie jaar in dienst van de Premier League-club. Alleen heeft hij ook een prijs betaald voor zo’n werkgever op z’n cv. Geen verering zonder verwachtingen. “Het zwaarste wat ik ooit heb meegemaakt, waren de berichten op Twitter in mijn United-tijd. Er werden zoveel dingen over me geschreven. Echt iedereen had een mening. De een vond dat ik er niks van kon, de ander schreef ‘goed gespeeld’. Dat verwarde me. Het heeft me heel onzeker gemaakt.”

Een tiener was hij nog, verdwaald in een wereld waar de harde voetbalwetten gelden. Sportpsycholoog Tim Koning ziet daar dagelijks de gevolgen van in zijn praktijk. “De verzuchting ‘ik ben niet goed genoeg’ hoor ik zo vaak. Veel voormalige voetbaltalenten worstelen met hun identiteit. Wie ben ik? Wat kan ik? Jarenlang hing hun eigenwaarde af van hun prestaties op het veld. Overal waar ze kwamen, waren zij de PSV’er of de Ajacied. In de klas, op verjaardagen. Als alles wordt opgehangen aan je rol en als iedereen daar ook nog wat van vindt, dan moet je wel heel sterk in je schoenen staan om daar mee te kunnen dealen.”

“Achteraf denk ik dat mentale begeleiding in mijn Manchester-tijd goed was geweest. Om me te helpen focussen op bepaalde doelen en het had de klappen die ik op Twitter kreeg misschien gedempt. Maar het is nooit aangeboden en ik heb er zelf niet om gevraagd. Ik dacht toen, net als de meeste mensen om me heen, dat er iets mis was met je als je naar een sportpsycholoog ging.”

Lees het hele artikel uit Trouw hier verder: