fbpx

Gijs Luirink over het omgaan met blessures: ‘Misschien was ik wel te obsessief met het voetbal bezig’

Gijs Luirink stond ooit klaar om de top te bestormen. Als aanvoerder van Jong Oranje won hij in 2006 het EK in Portugal. Het Nederlands elftal lokte en Luirink tekende een vijfjarig contract bij AZ. Inmiddels is hij gestopt met voetballen en is hij trainer bij FC Volendam.

In zijn eerste jaar in Alkmaar kwam Luirink door een neus-en jukbeenbreuk tot slechts zestien wedstrijden. “Na mijn revalidatie kwam ik voor het eerst in mijn carrière op de bank terecht. Daar kon ik maar heel moeilijk mee omgaan. Ik heb best veel kansen gehad van Louis van Gaal, maar daar heb ik weinig mee gedaan. Als hij me coachte, legde ik het bijvoorbeeld negatief uit. Ik was jong en talentvol, er werd veel van mij verwacht en ik had zelf ook heel hoge verwachtingen. Die zag ik in het gedrang komen. Ik was super gefocust, ik leefde zo voor het voetbal, maar het ging eigenlijk te ver. Ik kon het niet simpel meer houden, misschien was ik wel te obsessief met het voetbal bezig.”

 
Luirink zat daarvoor een keer bij de voorselectie van het Nederlands elftal, en dacht: Als ik nu niet speel, kan ik me niet doorontwikkelen. “Ik wilde zo veel en zo snel. In mijn hoofd dacht ik: ik moet spelen en stappen maken en uiteindelijk naar een mooie club in het buitenland. Daar was ik veel te veel mee bezig. Toen ik op de bank zat, was ik steeds bang dat ik geen kansen zou krijgen. Dat was helemaal niet zo, maar zo voelde het wel. Als ik toen de kennis had gehad van nu, was ik veel rustiger gebleven. Het was pas mijn eerste seizoen in de top. Ik zou nog kansen genoeg krijgen.”
 
In het tweede jaar bij AZ sloeg het noodlot toe. De voetballer scheurde zijn kruisbanden. Het duurde bijna twee jaar voordat de verdediger weer een wedstrijd speelt. Er was dus duidelijk iets anders aan de hand. “Toen ik aan de kruisband werd geopereerd, is mijn lies dichtgeslibd met bloedstolsels. “Ik voetbal nu dus met een trombosebeen”, zegt Luirink.
 
De vraag die hem bezighield, was natuurlijk of bij zou kunnen blijven voetballen. En zo ja, op welk niveau dat zou zijn. “De artsen hadden geen idee, maar zeiden wel dat het lichaam zich aan zou passen aan de belasting die ik van mijn lijf zou vragen.
 
Al snel wordt duidelijk dat de trombose een carriere in de top onmogelijk maakt. Vanaf 2007 komy Luirink in vier seizoenen tot 31 wedstrijden. Bij Sparta Rotterdam heeft hij sinds vorig seizoen eindelijk zijn draai en nieuwe niveau gevonden.
 
Al die blessures doen mentaal veel met een ongeduldige jonge voetballer. “Ik was zo serieus met mijn vak bezig. Als je door blessures niet daar kunt komen waar je heen wilt, is dat niet makkelijk. Als je jongens als Huntelaar en Vlaar wel ziet doorgroeien dan is dat wel eens lastig. Ik heb geestelijk behoorlijk moeten incasseren, maar dat hoort ook bij sport.”

 
Luirink sprak met zijn vriendin, zijn ouders en psycholoog Paul Sonke over die innerlijke pijn. Maar ook weer niet teveel. “Dat heeft geen zin”, weet de voetballer. “Ik moest vooruitkijken, wel heb ik geleerd om bewust leuke en ontspannende dingen te doen ter afleiding en zodoende tijdelijk je gevoelens, gedachten en emoties te kunnen parkeren.”