fbpx

Doelman Rein Baart: ‘Praten moet je, eerlijk zeggen wat je voelt’.

Rein Baart (39) was een loopbaan lang een modale keeper in de marge van het profvoetbal. De Arnhemmer vertelt in VI over het drama in zijn leven en zijn oersterke karakter dat hem op de been hield.

 
 
Hij koestert zijn laatste avontuur in Canada, waar hij een tijdje speelde bij Edmonton FC, zoals hij zijn hele loopbaan koestert. Baart keepte niet bij grote clubs, heeft geen bokalen op zijn schoorsteenmantel en speelde zich niet financieel onafhankelijk. Maar hij heeft wel het betaalde voetbal gehaald en daar is hij trots op. ‘Ik denk dat ik aller eruit heb gehaald met mijn kwaliteiten. Ik ben een degelijke keeper, niet meer en niet minder. Ik ben geen natuurtalent, geen Jasper Cillessen. Natuurlijk kon ik altijd een balletje stoppen, maar ik moest het hebben van hard werken. Gewoon keihard trainen, weet je wel. Ik ben er op karakter gekomen’. Dankzij dat karakter doorstond hij de drama’s die hij op jonge leeftijd voor zijn kiezen kreeg.
 
Rein Baart senior was een bekendheid in het Arnhemse uitgaansleven. Een ouderwetse kroegbaas, geliefd bij zijn klanten. Zijn zoon Kleine Reintje, had vooral oog voor de bal. Daarmee speelde hij eindeloos op de Korenmarkt. Het leven was goed, en toen werd het 11 april 1984. ‘Die dag werden mijn vader en broer vermoord door een brandbom die naar binnen in het café was gegooid’. Al snel werd een 33-jarige Arnhemmer gearresteerd. Hij bekende schuld. ‘Het was een wraakactie. De avond ervoor was er trammelant geweest in het café. Een vechtpartij. Die persoon verweet mijn vader dat hij niet had ingegrepen en stapte de volgende ochtend met een emmer benzine in de stadsbus. Een tijdje was ik zelf van plan wraak te nemen. Er zat zoveel woede in mij. Maar mijn moeder heeft me bij hem weggehouden’.
 
In de loop der jaren heeft hij de pijn een plaatsje kunnen geven. Met hulp van mensen in de omgeving. Verder kon hij altijd terugvallen op zijn moeder.  ‘Ondanks al haar verdriet was ze er altijd voor mijn zus en mij. Ze liet mij kind zijn en dat vind ik zo bewonderenswaardig. Vaak hoor je dat zoons ineens heel veel verantwoordelijkheid moeten dragen als de vader wegvalt. Voor mij gold dat niet. Mijn moeder zei:  Rein, jij vindt voetballen leuk en hebt misschien het talent om er ooit je brood mee te verdienen. Blijf voetballen. Daar ben ik haar nog steeds zo dankbaar voor’.
 
Vroeger vertelde hij nooit over wat hij had meegemaakt. Baart verwerkte alles zelf. Toen hij in 1999 te horen kreeg dat zijn moeder ernstig ziek was en nog maar een paar maanden te leven had, deelde hij dat met niemand bij zijn toenmalige club VVV. Baart besloot uiteindelijk toch één man in vertrouwen te neme. Zijn trainer Hennie Spijkerman. ‘En die heeft mij vanaf dat moment ongelooflijk gesteund. Hij gaf zoveel aandacht aan me. We hebben  heel veel gesprekken gevoerd en hij ging zelfs een keer mee naar mijn moeder. Hij was in die periode een soort vaderfiguur voor me. Dat was zo fijn. Het verzwijgen van de situatie van mijn moeder knaagde enorm aan me. Hennie merkte dat en zie: “Rein, vertel het nu maar tegen de mensen om je heen, tegen je ploeggenoten. Ook zij kunnen je steunen”. Ik heb het gedaan, het was een gigantische opluchting. Daarvan heb ik veel geleerd. Praten moet je, eerlijk zeggen wat je voelt. Je moet zuinig zijn op je dierbaren. Als je iets dwars zit, zeg het dan tegen ze, Dan kunnen zij er ook iets mee’.
 
‘Ik ben niet cynisch geworden, gelukkig. Maar mijn verleden heeft me wel gevormd. Als mens en als keeper. Ik heb leren vechten. Daardoor heb ik met mijn 1 meter 82 toch het betaalde voetbal gehaald en heb ik het daarin heel lang volgehouden’. Hij beleefde ups en downs, maar hij knokte zich altijd terug.
 
Nu is hij 39 en hoopt hij nog ergens een contractje te verdienen. ‘Het zou zonde zijn als ik niks nuttigs kan doen met mijn ervaringen. Er zijn genoeg keepers van mijn niveau, maar ik denk niet met mijn achtergronden. Hij weet wat relativeren is. ‘Soms hoor ik voetballers praten over tegenslagen. Zitten ze in de put na een mindere wedstrijd of een foutje. Dan denk ik: Als ik die houding had gehad, lag ik nu allang onder de grond. Snap je? Fouten maken in de voetballerij is niet zo erg. Dit is zo’n opportunistische wereld, je krijgt heel snel weer kansen om ze goed te maken. Ik denk dat ik vooral in het mentale verhaal mijn bijdrage kan hebben. Dat wordt nog onderschat, hoor. Mentaliteit is voor een keeper minstens zo belangrijk als talent. Neem nu Erwin Mulder bij Feyenoord. Gold een tijdje terug nog als een zwaar talent, maar als je de berichten mag geloven, kan hij er nu helemaal niks meer van. Gaat er bij mij niet in. Met dat soort jongens zou ik graag aan de slag gaan, Ik heb er niet voor gestudeerd, maar wel genoeg ervaring over opgedaan’. Vallen en opstaan, vallen en opstaan. Het is het ritme van een keeper. Het is het verhaal van zijn leven.