Jeffrey Bruma is aan een stabiel seizoen bezig. Hij vertelt over de wijze lessen van John Terry, de opofferingen van zijn familie en het gemis van Karim Rekik.
Bruma zag Karim Rekik, zijn maatje, vertrekken. „Natuurlijk is het jammer dat we uit elkaar zijn gegaan, maar dat hoort bij het voetbal. En we blijven vrienden. In het voetbal is het moeilijk om vriendschappen te houden, want het verwatert altijd vlug. Met een enkeling word je echt close en blijf je contact houden. Karim is zo iemand. We kenden elkaar al vanuit Feyenoord, maar de vriendschap is de afgelopen twee seizoenen bij PSV echt gegroeid. Dat we allebei in ons leven hetzelfde pad hebben bewandeld, maakt het makkelijker om te praten met elkaar en onze gevoelens te delen. We zijn allebei tegen de stroom ingegaan door op jonge leeftijd de keuze voor Engeland te maken.”
„In Engeland ben ik als voetballer opgegroeid. Daar worden andere dingen gevraagd van een verdediger. Als je daar je duels wint en de ballen inlevert, ben je al een zeer gewaardeerde speler. Mijn moeder zegt ook altijd: Jeff, je bent geen Nederlandse verdediger. Je bent een Engelse verdediger.”
Met moeder Martha is één van de drijvende krachten achter de topsportcarrière van de PSV’er genoemd. „Mijn moeder heeft zich compleet weggecijferd. Alles was altijd gericht op mijn voetbalcarrière. Ze regelde het vervoer, zorgde dat er eten was na de training en dat alle spullen er waren die ik nodig had. Allebei mijn ouders hadden een minimuminkomen. Als je dan voor vier kinderen sportschoenen moet kopen, is je salaris al bijna op. En toch zorgden ze ervoor dat we onze sport konden doen.”
„Ik ben al op mijn vierde begonnen bij Excelsior. Na een jaar kon ik al naar Feyenoord. Daar ben ik gebleven tot mijn vijftiende, toen ik ervoor koos om naar Chelsea te gaan.Toen ik naar Chelsea kon, heb ik tegen mijn moeder gezegd: ma, ik ga de uitdaging alleen aan als je met me meegaat. Dat was een zware keuze, want mijn vader, broers en zus bleven in Nederland. Vijf jaar lang heeft mijn moeder in Londen voor me gezorgd. Mijn ouders hebben jarenlang apart van elkaar gewoond om mijn droom te kunnen waarmaken.”
„We zijn samen de uitdaging aangegaan met volle moed en overgave om de top te kunnen bereiken. Ik zei toen ik met de koffers de deur uitliep: ik ga het halen, ik ga mijn debuut maken bij Chelsea. Ik was pas vijftien en wel erg jong om zulke dingen te zeggen. Maar ik was daar vast van overtuigd.”
„Mijn moeder en ik woonden in een appartement op vijf minuten van het trainingscomplex. De meeste andere jongens gingen in een gastgezin en hadden niet de troost en kracht die ik had. Na een mindere training was mijn moeder er altijd om me op te vangen. Elke keer als er iets negatiefs gebeurde, was ik direct weer positief, zodat ik de dag erop weer kon knallen.”
„Bij het kampioensfeest met PSV was mijn hele familie erbij. Het hele gezin heeft er veel voor over moeten hebben. Mijn broers en zus moesten het ineens doen zonder hun moeder. Daarom probeer ik ook zoveel mogelijk klaar te staan voor iedereen, die mij toentertijd zonder te klagen die overstap gunde.”
Moeder Martha liet niets aan het toeval over. „Eigenlijk heet ik Jeffrey van Homoet, maar al vrij jong ben ik onder mijn moeders naam gaan voetballen. We vonden het korter, krachtiger, sportiever en gemakkelijker om uit te spreken.
„Alles is snel op mijn pad gekomen. Ik ging op mijn vijftiende naar Engeland, debuteerde jong in de Premier League en als international. Voor veel mensen lijkt het erop dat het me allemaal is komen aanwaaien, maar ik weet wat ik er allemaal voor heb moeten doen. Als je bij Chelsea terechtkomt, is het nog een hele klus om in het eerste elftal te komen. Voor jouw positie worden misschien wel tien jongens gekocht. Ik ben er heel trots op dat ik het eerste heb gehaald.”
„Toen ik naar Engeland ging, was ik al wel lang, maar pas daar heb ik me fysiek sterk ontwikkeld. Als je op de training tegenover Shevchenko of Drogba komt te staan, dan merk je dat je sterker moet worden. Dat kon alleen door de gym in te gaan.”
„Ik kan me heel goed mijn tweede kerst in Engeland herinneren. Eigenlijk zou ik teruggaan naar Nederland. Maar een dag voor ik wegging werd ik gebeld dat ik moest blijven om met het eerste te trainen. Op de dag voor Kerstmis zat ik om vijf uur ’s middags in de gym en er was niemand anders meer. Toen kwam er een schoonmaakster, die alle lichten uitdeed. Ze zei: jongen je moet naar huis, het is Kerstmis. Ik legde uit dat mijn familie naar Nederland was en dat ik nog even wilde trainen. Later die avond ben ik naar Paulo Ferreira gegaan. Die wist dat ik alleen was en nodigde me uit om bij zijn familie te komen zitten.”
„John Terry is voor mij de ultieme aanvoerder. Ik kan me de eerste keer herinneren dat ik mee mocht trainen bij het eerste. Ik was heel fanatiek, wilde me bewijzen en ging maar op en neer over het veld. Na de training nam Terry me apart en vertelde me, dat een verdediger zich moet focussen op zijn defensieve taak. Terry heeft me ook geleerd om met kritiek om te gaan. Hij was aanvoerder van Chelsea, aanvoerder van Engeland en toch kreeg hij kritiek te verwerken. Als zo’n jongen kritiek krijgt en hij accepteert het, wie zijn wij dan als jonge spelers om weerwoord te geven? Als kritiek terecht is, moet je het gewoon accepteren. Dat heb ik in Engeland wel geleerd.”
„Voetbal is mijn alles. Je leeft ervan en je leeft ervoor. Na mijn carrière wil ik kunnen zeggen dat ik me voor honderd procent heb gefocust. Ik heb mijn hele leven hiernaartoe gewerkt, vanaf mijn vierde toen ik bij Excelsior begon. Nu moet ik er het maximale uithalen.”