Met acht goals in acht dagen kent de Bas Dost-gekte geen grenzen. De spits van VfL Wolfsburg voelt zich na tweeënhalf jaar eindelijk de absolute nummer één en betaalt het vertrouwen terug met doelpunten. En dat terwijl hij voor de winterstop geregeld tribuneklant was.
Een Viererpack en twee keer een Doppelpack van de Platfuss-Bomber in de Dostzone. En dat allemaal in één week, wat is er allemaal aan de hand?
‘Haha, Het is krankzinnig wat er allemaal gebeurt. Het gaat heerlijk na de winterstop. Het begon allemaal met twee goals tegen Bayern München en daarna is het doorgegaan. Ik zit nu in een fase dat ik wéét dat de ballen erin gaan als ik ze goed krijg. Ik heb ontzettend veel rust voor het doel, dat is die bekende flow. Ik heb nu elf wedstrijden gespeeld en elf goals gemaakt. Dat valt op.
Waarom scoor je nu ineens zo veel?
‘Dat wordt mij door de Duitse pers nu continu gevraagd. Mijn antwoord is heel simpel: omdat ik daarvóór niet speelde. In mijn eerste jaar bij Wolfsburg maakte ik in de eerste helft van het seizoen zeven goals. Dat is echt prima, hoor. Dus dit komt echt niet allemaal uit de lucht vallen. Ik heb de laatste jaren echt veel pech gehad. Toen Felix Magath in mijn eerste seizoen werd ontslagen, kwam Dieter Hecking en die stelde Ivica Olic in de spits op. Tegen mij zei hij dat ik meer moest doen. Hij was duidelijk een fan van de arbeid die Olic leverde. Die deed ook meer dan ik. Dat was niet altijd goed, maar het ziet er wel goed uit voor de buitenwereld. Ik snapte er niets van. Ik had zeven keer gescoord, voelde me belangrijk. Ik voelde me gepiepeld, maar besloot er na dat eerste jaar toch vol voor te gaan.’
Het tweede seizoen was je topscorer in de voorbereiding, je zou gaan spelen.
‘Vanaf dat moment ging het mis. Ik was in mijn leven nog nooit geblesseerd geweest en uit het niets kwam vorig seizoen de ene na de andere blessure. Die aan mijn rechterenkel heeft zeker anderhalve maand te lang geduurd. Dat had niet gemogen. Ook deels mijn eigen schuld, omdat ik eerder een specialist had moeten inschakelen. Als ik nu weer iets aan mijn enkel heb, vlieg ik meteen naar dokter Hans-Wilhelm Müller-Wohlfahrt in München. Hij heeft me echt fantastisch geholpen.’
Vorig seizoen in december was je na al dat blessureleed eindelijk weer fit.
‘Ik voelde me heerlijk, de pijn was verdwenen en ik speelde Olic uit de basis. Ik scoorde ook weer, maar begin maart ging het opnieuw mis. In een duel klapte ik na een sprong door mijn linkerenkel. ‘Ik ben weer naar München gegaan. Er zat een zwevend botje, schijn ik al mijn hele leven te hebben gehad. Dat moest eruit, ik werd geopereerd en opnieuw was mijn seizoen naar de klote.’
Feyenoord wilde je afgelopen zomer graag halen, waarom speel je nu niet in Rotterdam?
‘In Zeist heb ik met Van Geel en Rutten een geweldig gesprek gehad. Ik had een jaar nauwelijks gespeeld, was veel geblesseerd, dan loop je niet over van zelfvertrouwen. Ik had het nodig dat iemand tegen me zei: Je kunt het nog, je bent een goede voetballer. Ze hadden ook een goed plan met mij en Feyenoord, ik zag dat wel zitten. Maar er komen zo veel andere dingen bij kijken. Het gaat echt om heel veel geld en Wolfsburg was heel stellig. Ze wilden me niet kwijt, alleen als Feyenoord het volle pond betaalde. Uitlenen was sowieso geen optie voor ze.’
Dus begon je dit seizoen toch weer bij Wolfsburg.
‘Aan het begin van dit seizoen voelde ik nog wel wat pijn en had angst. Ik was bang dat er weer iets met mijn enkels zou gebeuren. Dat straal je ook uit in de duels en dat moet eruit. Ik snapte dus wel dat ik niet direct eerste keus was. Maar toen op de slotdag van de transferperiode Nicklas Bendtner ook nog werd gehaald, was ik ineens de derde spits. Eind augustus was ik echt helemaal fit. Daarna kwam er iets dat ik nog nooit heb meegemaakt. Ik trainde goed, voelde geen pijn meer, maar ik moest op de tribune plaatsnemen.’
Hoe voelde dat?
‘Dat is echt verschrikkelijk. Je kijkt op de lijst en zit niet bij de selectie, een week later weer niet en daarna weer niet. Dan word je gek. En eerlijk gezegd schaamde ik me dat ik op de tribune moest zitten. Ik ben voetballer, topfit, maar ik reed naar het stadion om op de tribune plaats te nemen. Dat kan toch niet? Ik vind dat ik goed genoeg ben voor de Bundesliga en een plek in de basis bij Wolfsburg. Maar de trainer selecteerde me gewoon niet, er kwam geen einde aan.’
Hecking zag je niet staan?
‘Toch wel, het was niets persoonlijks. Ik begreep de situatie ook. Olic was al zijn man en ze hadden in de zomer Bendtner gehaald, die zet je niet meteen op de tribune. Er zit dan niets anders op dan je kaken op elkaar te houden en hard te werken. Ik heb trainingsweken gehad dat ik zó goed was. Dat ik naar binnen liep en dacht: Als ik nu niet bij de selectie zit, eet ik mijn hoed op. En toch zat ik er dan weer niet bij. Ik heb momenten gehad dat ik op dat lijstje keek en dan echt in de lach schoot. Het was ook lachwekkend op het laatst. Ik trainde hard en goed en hoorde dan niet bij de ploeg. Eigenlijk kon dat gewoon niet. Maar het kan dus wel, omdat in het voetbal soms andere belangen spelen.’
Heb je het er met de trainer over gehad?
‘Nee, dat heeft geen enkele zin. Als ik zie dat ik een van de besten ben en ik zit niet bij de ploeg, dan heeft het geen enkele zin om met de trainer te praten. Want alles wat je terugkrijgt aan reactie kun je dan niet serieus nemen. Bovendien breng ik hem in een rotsituatie, want hij moet iets vertellen waar hij eigenlijk niet achter staat.’
Zoek je dan steun bij je medespelers?
‘Op zulke momenten heb je aan helemaal niemand iets. Dat is ook de voetballerij.Ploeggenoten zeiden me wel dat ze het onbegrijpelijk vonden, maar wat schiet ik daarmee op? Niks. Ik was er ook niet naar op zoek, want hoe meer je erover hoort, des te bozer je wordt. Ik heb er maar om gelachen. Dat was voor mij de enige oplossing. Anders maakte ik mezelf gek. Ik heb momenten gehad dat ik het echt niet meer wist. Wat moest ik nog meer doen? Achteraf heeft deze situatie natuurlijk veel te lang geduurd.’
Wanneer kwam de ommekeer?
‘Op het laatst keek ik niet eens meer op het lijstje. Voor het duel met Borussia Mönchengladbach eind november wenste ik de jongens daarom succes en ik ging naar huis. Ik werd gebeld door een ploeggenoot die zei dat ik naar het hotel moest komen omdat ik bij de selectie zat. Daar snapte ik helemaal niets van, hoezo zat ik er nu ineens wel bij? Ik mocht een minuut voor tijd invallen. Leuk is anders, maar op de tribune zitten is nog veel erger. Ik heb de afgelopen jaren geleerd er niet te veel over na te denken, want het helpt allemaal niet.’
Nicht ärgern nur wundern, zeggen de Duitsers.
‘Zo is het ook, ik heb me wel enorm verwonderd over alles. Ik heb hier geleerd niet altijd maar te zeiken, maar gewoon doen wat je wordt gevraagd en de dingen accepteren. Soms gebeuren er zaken die niet te verklaren zijn. En een voetballer maakt zó veel vervelende momenten mee in zijn carrière. Maar ik weet nu dat verzet niet helpt, het maakt dingen erger. Je wordt er alleen maar kwader en chagrijniger door. Na die minuut zei de trainer: “Dit heb je verdiend, je traint goed”. Ik vond het een vreemde uitleg, maar aan de andere kant was ik blij dat ik uiteindelijk weer bij de selectie zat.’
Een week later maak je je eerste seizoenstreffer.
‘Dat was zó lekker. Tegen Hannover 96 mocht ik ongeveer twintig minuten meedoen en ik scoorde al na drie minuten met het hoofd. Ik voelde pure blijdschap, hier had ik zó lang op gewacht. Een week later tegen Paderborn was ik basisspeler, ik speelde vervolgens negentig minuten tegen Borussia Dortmund en scoorde tegen Köln. Toen was het al winterstop.’
Dat moet een verwarrende periode zijn geweest.
‘In het begin zeker. Drie weken eerder was ik nog bezig met een vertrek. Ik wilde absoluut weg, ik was er helemaal klaar mee. Vlak voor het duel met Gladbach dacht ik echt: Bas, jongen, dit moet je niet meer willen. Er was interesse uit de Bundesliga en de Premier League en ook het hele Feyenoord-verhaal ging weer opspelen. Maar ja, de wereld zag er na Gladbach ineens heel anders uit. Ik was basisspeler bij de nummer twee van de Bundesliga, had in twee weken Olic eruit gespeeld en Bendtner achter me gelaten. Er zat niets anders op dan te gaan vlammen na de winterstop. Ik voelde: Dit is het moment, nu moet je alles op alles zetten.’
Was die wedstrijd tegen Bayern voor jou de definitieve bevestiging dat je weer helemaal terug bent?
‘Nee, ik had het gevoel terug te zijn al na de winterstop, ik had zo lekker en goed getraind. Maar voor de buitenwereld was het dat wel.Wat daar gebeurde was onbeschrijflijk. Al na drie minuten maak ik een doelpunt en het stadion ontploft. Dit was ook mijn beste wedstrijd voor Wolfsburg. Het móést ook weer een keer goed gaan, dat kon niet anders. Het was namelijk zó lang waardeloos geweest. Na die wedstrijd in München wist iedereen: Bas is de nummer één spits van Wolfsburg. Ik weet echt wel waartoe ik in staat ben, maar het was zo frustrerend dat ik het zó lang niet mocht laten zien. Ondertussen denken supporters, de media en iedereen die het voetbal volgt: Die Dost is mislukt, een miskoop, kan het niveau in de Bundesliga dus niet aan. Dat verhaal. In het begin lach je erom, maar op een gegeven moment wordt het vervelend, hoor.’
Je loopt met een glimlach om je lippen. Dat is weleens anders geweest.
‘Bij mij kon je altijd heel goed zien hoe ik me voelde, ik verborg dat nooit. Ik heb daar heel veel gesprekken met Klaus Allofs (technisch directeur, van VfL Wolfsburg, red.) over gevoerd. Hij zegt me dat het niet zo kan zijn dat als ik me slecht voel, ik dat aan de hele wereld laat zien. Hij had daar moeite mee en vond dat ik dat moest veranderen. Ik vind het prettig als iemand zo direct tegen me is en hij heeft daar ook wel gelijk in. Hoe slecht je je ook voelt, je moet wel normaal blijven doen. Aan de andere kant zijn mijn emoties ook een grote kracht. Maar ik ben al een stuk rustiger, ik maak me niet zo snel ergens druk meer om. Zo’n vreselijk incident als met Junior Malanda helpt daar ook bij. Het relativeert alles. Het is maar voetbal, eigenlijk gaat het helemaal nergens over. Ik zeik niet meer bij het minste of geringste zuchtje tegenwind. Wat dat betreft heeft Gertjan Verbeek gelijk, hij zei altijd: “Ga lekker genieten.” Zo is het natuurlijk ook.’
Dit klinkt als de nieuwe Bas Dost.
‘Ik ben spits bij de nummer twee van de Bundesliga, ik mag voetballen en krijg er een heel goed salaris voor. Ik voel helemaal niets meer, ben volledig pijnvrij en dat is zó lekker. Ik moet dus vooral mijn mond houden, niet zeuren en vooral lekker genieten. Door alle positieve en negatieve ervaringen ben ik ook veranderd. Als het even niet gaat zoals ik wil, dan kijk en wijs ik niet meer naar anderen, ik kijk naar mezelf. Dan word ik niet meer gek, maar komt het vanzelf weer. Ik ben veel rustiger in mijn hoofd geworden.’
Wat vind je er dan eigenlijk van dat Wolfsburg het voornemen heeft om nog een topspits aan te trekken?
‘Eigenlijk heel logisch, want met twee spitsen kunnen we de Champions League niet in. Ik raak er echt niet meer van in de war. Ik weet nu dat dingen heel snel kunnen omslaan. Want wat ik dit seizoen meemaak, is de voetballerij in een notendop. Van niets naar alles in een paar weken. Zo snel kan het dus gaan in de voetballerij. Daarom doe ik nu maar één ding en dat is keihard genieten en zoveel mogelijk scoren.’