fbpx

Team ontwikkelfasen

De bekendste theorie over teamontwikkeling is die van Tuckman. De indeling van Tuckman wordt zowel in de sport als in het bedrijfsleven gehanteerd als hulpmiddel bij teambegeleiding.

 

 Spanje: een team in de prestatiefase
 
 
Dr Bruce Tuckman publiceerde zijn vijf-fasen model in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Zijn theorie is een behulpzaam instrument voor teamontwikkeling en teamgedrag. Tuckmans model legt uit dat naarmate een team tot wasdom komt, relaties van teamspelers zich verder ontwikkelen en de coach zijn leiderschapsstijl aanpast.
 
Tuckman onderscheidt de volgende vijf fasen of stadia in de ontwikkeling van groepen en teams:
1. Vormfase (ontstaan van de groep)
2. Stormfase (conflict fase)
3. Normfase (afspraken en regels)
4. Prestatiefase (presteren)
5. Afscheidsfase (ontbinding van het team)
 
Deze stadia worden niet altijd in een rechte lijn doorlopen. Met name fase 3 en 4 worden cyclisch doorlopen. In de beginfasen hebben sociaal-emotionele taken de overhand, in de laatste fasen de taakgerichte taken.
 
1. Vormfase      
In deze eerste fase leren de spelers van het team elkaar kennen en snuffelen ze aan de taak die ze moeten verrichten Het team is bezig met oriëntatie. De spelers zijn vriendelijk tegen elkaar en proberen het gezellig te maken. Er wordt vooral niet gezegd wat men denkt. De spelers zullen niet openlijk aankaarten waarom een trainer een bepaalde oefening geeft, of elkaar aanspreken op het gedrag. Teamspelers gedragen zich onafhankelijk. Zij kunnen gemotiveerd zijn, maar ze zijn ook tamelijk slecht geïnformeerd over de doelstellingen van het team. Men kan onzeker en bezorgd zijn, maar zal dit niet laten blijken. De coach moet het team bijeenbrengen, zorgdragen voor het creëren van vertrouwen en psychologische veiligheid. In deze fase is een dirigerende leiderschapsstijl gewenst. Teamspelers verwachten richting en duidelijkheid van de coach.
Coach: geeft individueel opdrachten 
 
2. Stormfase     
Het team wint aan vertrouwen, men durft zich langzaam maar zeker meer uit te spreken naar elkaar en naar de coach. Er ontstaan conflicten rond de manier van samenwerken, interpersoonlijke kwesties en de doelen van het team. De spelers van het team laten hun eigen persoonlijkheden zien wanneer zij kennismaken met elkaars ideeën en perspectieven. Frustratie of onenigheden over doelstellingen, verwachtingen, rollen en verantwoordelijkheden worden beetje bij beetje meer openlijk geuit. In het uiten van hun eigen persoonlijkheden worden ze gehinderd door de angst om buiten de groep te vallen, en gestimuleerd door de angst om zich teveel aan de groep aan te moeten passen. Conflicten zijn iets heel normaals binnen een team. De meeste coaches hebben er echter geen zin in en vinden het vervelend, zodat het conflict een druppeltje in de emmer wordt. Eén druppeltje in de emmer is niet erg, maar als de emmer overloopt, heb je een probleem.
 
De coach dient het team te begeleiden in deze moeilijke overgangsfase. Stimuleer het team in het uiten van zijn mening en beloon teamspelers voor hun inbreng. Tolerantie voor elkaar en voor elkaars verschillen mag worden benadrukt. Stel je als coach neutraal op tijdens de conflicten die zich in deze fase voordoen. Het is van essentieel belang dat de teamspelers deze onderlinge conflicten zelf leren oplossen. Dit is een essentieel onderdeel om door te gaan naar de volgende fase. 
Coach: Conflicten oplossen door spelers met elkaar in contact te brengen
 
3. Normfase
Worden conflicten opgelost in een win-win situatie, dan gaan de relaties zich verbeteren. De spelers en technische staf weten dan van elkaar hoe zij ergens over denken. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn, maar je moet elkaars beweegredenen wel begrijpen. Dit is de derde fase, het normeren, waarin afspraken gemaakt kunnen worden. Je komt achter elkaars sterke en zwakke punten en kan elkaar hierin ondersteunen en compenseren.  Als het team de stormfase door is kan er op een meer volwassener manier worden gepraat over de samenwerking. Men zal kritische punten niet meer ervaren als een persoonlijke aanval maar als een constructieve, taakgerichte discussie. De regels, waarden, normen en methodes van het team worden verder uitgewerkt. De doelmatigheid van het team stijgt en het ze begint met het ontwikkelen van een eigen identiteit. Teamspelers staan meer opener voor elkaar, de samenwerking zal in deze fase steeds soepeler gaan verlopen. Men werkt constructief aan het oplossen van interpersoonlijke problemen, de groepscohesie en de motivatieniveaus stijgen. De coach geeft in deze fase het team meer autonomie, een participatieve, ondersteunende stijl is wenselijk.  
Coach: staat tussen de spelers
 
 4. Prestatiefase
Met teamrollen wordt flexibel en functioneel omgegaan, de groepsenergie komt geheel ten goede van de taak. Het team functioneert nu als een echte eenheid. Het werken in het team is plezierig en gaat als vanzelf. Teamspelers hebben een duidelijk inzicht in de doelen van het team en staan hier ook geheel achter. Ook de manier van samenwerking is duidelijk. Het team is nu bekwaam, autonoom en in staat het besluitvormingsproces zonder inmenging van de coach uit te voeren. De coach kan nu gaan delegeren en zich meer bezig gaan houden met de omgeving waarin het team actief is.  
Coach: geeft korte opdrachten van buiten de groep
 
5. Afscheidsfase
De taken van het team worden voltooid en het team wordt ontmanteld. Door de angst om de groep te missen gaat men reeds voor het definitieve eind afstand van elkaar nemen. Op deze manier maakt men het gemis van de groep meer dragelijk. De motivatieniveaus van de teamspelers zullen waarschijnlijk dalen. Als coach is het raadzaam aandacht te besteden aan de ontmanteling van het team. Een eindborrel kan bijvoorbeeld ruimte bieden en werkt symbolische als eind. Een bepaalde afsluiting van de periode is zeker belangrijk.
 
 
Rol van de coach
De rol van de coach verandert mee met de ontwikkeling van een team. In het eerste stadium stuurt een coach iedereen 1 op 1 aan. In de tweede fase staat de rol van de coach nog steeds vrij centraal, maar probeert hij linken te leggen tussen de spelers, zodat deze met elkaar in contact komen. In de derde fase doet de coach een stapje terug en staat hij tussen de groep. Hij neemt nog steeds wel beslissingen, maar hij kan wel meer verantwoordelijkheid geven. In de laatste fase staat de coach buiten het team en wacht hij tot de spelers bij hem komen voor adviezen. Zijn adviezen komen dan op verzoek van de groep.
 
In het voetbal is het erg moeilijk om deze laatste fase te bereiken, omdat het team vrij groot is en de groep vaak van samenstelling wisselt. Het is voor veel coaches moeilijk om het team op een juiste manier door de verschillende fasen heen te loodsen. Zij moeten daarvoor in staat zijn tot situationeel leiding geven.